Met veel snelheid vlogen Kabira en Skithiryx door het dal, Kabira stond boven op Skithiryx, en zijn witte haar en rode jas wapperden in de wind. Hij moest morgen in makrat zijn, en had dus behoorlijk veel haast. De hele omgeving was lichtbruin door de rotswanden, en in de verte was de ingang naar Makrat zichtbaar. Hij Keek naar de lucht, het zou zo meteen wel donker worden, en hij moest er op tijd zijn. Terwijl hij dichterbij kwam, zag hij de lichten van de ingang, en het pad dat er naartoe leidde. Hij tikte op de nek van Skithiryx, en wees naar beneden. Zonder pardon maakte Skithiryx meteen een duik, en landde hard op de grond, waardoor Kabira er af viel. 'hartelijk bedankt' zei hij op sarcastische toon, waarna hij opstond, en het zand van zijn kleren afveegde.
Hij pakte zijn zwaard, wat door de schemerende zon veel licht reflecteerde, en stopte het in de schede die hij op zijn rug hing. hij seinde naar Skithiryx dat hij even weg moest, en met een harde windvlaag vloog hij omhoog. Kabira keek hem even na, en liep daarna verder richting de ingang van de stad.Hij liep rustig langs de rivier, die bijna gelijk aal de weg liep. In de verte zag hij een meisje met een draak, ze had groen haar, maar dat kwam waarschijnlijk door de schemering. Kabira kwam langzaam dichterbij, tot hij op ongeveer zeven meter afstand was, en stapte toen op een takje. Het meisje keek meteen zijn kant op, en kabira kwam rustig dichterbij. 'Hmm, je hoeft niet te schrikken hoor, ik doe niemand kwaad' zei hij op lacherige toon, want aangezien hij een groot zwaard op zijn rug had, kwam dat vast niet erg overtuigend over. Hij kwam naast haar staan, en stak zijn hand uit, en stelde zich voor. 'ik ben Kabira' zei hij kalm, waarna hij rustig aan de oever ging zitten