Aantal berichten : 6 Registratiedatum : 04-05-12 Leeftijd : 28 Woonplaats : Naast me buurman.
Passport Element: Vuur Ras: Elf Partner: Love is like god, it doesn't exict.
Onderwerp: Into the fray. vr mei 04, 2012 7:50 am
|| Mort ||
Het was warm, aangenaam warm. De zon scheen door de bomen door, wat zorgde voor een speling van licht op zijn huid. Mort had zijn ogen gesloten, zijn armen lagen onder zijn hoofd- grassprietjes aaide over zijn huid en kietelde zijn wang. Mort kwam hier vaak, tenminste zo vaak mogelijk, waarneer hij tijd had. Meestal niet, maar dan maakte hij gewoon tijd. Na school ging hij meestal rond de na middag. En in plaats van dat hij een onderbroek droeg onder zijn spijkerbroek, droeg hij meestal zijn zwembroek. Het was bij zijn levens ritme gaan horen, simpelweg gewoon een gewoonte geworden. Hoelang lag hij hier nu, hier in het gras? Lang, waarschijnlijk al zo’n paar uur. Hij was in slaperige toestand, luisterend naar de stilte- het geruis van de bomen, het klotsen van het meer tegen de waterkant. Dat alles brachten hem in een trance toestand, waarbij hij de wereld achter zich liet, en verdween in de zijne diepe gedachtes. Nu hij zo over deze situatie nadacht, was hij wakker geworden. Hij opende zijn ogen, die snel spleetjes vormde tegen het zonlicht in. Dit hele plaatje Mort zo klopte gewoon niet, bij Mort dacht je aan donkere plekken, hem diep verscholen in de duisternis. Een deel daarvan klopte ook, maar waarom zou iemand zoals hij niet van het mooiste chemische ding van het universum kunnen genieten? Want als vuurelf was vuur een deel van hem, en de zon was een en al vuur. En een leven zonder zon zou voor hem en vele andere een afgang zijn. Mort duwde zichzelf in een zit positie, kort bekeek hij zijn omgeving. Een zucht verliet zijn mond, waarna hij opstond. Op de grond naast hem lag zijn tas en zijn kleding, hij droeg enkel zijn zwem short. Mort liep naar de steiger toe, keek uit over het meer, het prachtige meer. Het zonlicht bracht een goudgeelige gloed over het water. Aan de overkant van het meer was een rijk gevuld bos, met grote groene bomen, en de blauwe lucht maakte alles af tot een perfect plaatje. Het leek een droom, een volkomen wereld, maar het was reality. Mort was hier, stond hier, ademde, leefde en dacht na over de feiten die het leven met zich meebracht. Zijn leven had vele voordelen, maar kende ook nadelen. Maar nu dit moment, moest hij zijn oude leven achter zich laten. En beginnen aan een nieuwe, het leven tegemoet lopen. Hij verheugde zich erop, maar toch voelde het niet zoals hij het verwachte. Maar onbekende gevoelens konden goed zijn, en daar hoopte hij maar op. Mort spande zich en sprong, sprong het water in. Als een scherp mes sneed hij door het water, hij hielt zijn adem in. De onderwater wereld was vredig, rustgevend, maar tegelijk zijn grootste vijand. Mort begon te zwemmen, recht voor zich uit. De rede dat hij dit deed was gewoonweg omdat, Mort graag dwars tegen de normale wet inging. De uitdrukking water en vuur kon en niks schelen, en hij haatte het gevoel om een zwakte te hebben en dat probeerde hij weg te spelen door juist zijn zwakte op de zoeken, bij deze dus het water waarin hij zwom. Op de helft van het meer kwam hij boven, en liet hij zich op zijn rug drijven. Hij verdiepte zich in de helder blauwe lucht, gevuld met kleine schapen wolkjes. Zo bleef hij liggen, starend naar de lucht die steeds donkerder werd. Kleine licht twinkelingen kwamen al tevoorschijn, en vlak daarna begon het te schemeren. Mort wende zijn blik van de lucht af en begon weer terug naar de steiger te zwemmen. Nogmaals nam hij een teug lucht, en dook hij onderwater. Als hij naar beneden keek was het er aarde donker, maar boven waar hij zwom was het licht genoeg om te kunnen zien naar waar hij zwom. Eenmaal bij de steiger kwam hij boven en trok hij zichzelf omhoog. Water droop van zijn lichaam en zijn haren hingen slap in zijn gezicht. Mort liep over het gras terug naar zijn achtergelaten hoopje kleding, uit zijn tas viste hij een handdoek waarmee hij zichzelf droog maakte. De laag hangende zon hielp bij het droog maken van zijn zwembroek. Mort trok na dat alles zijn spijkerbroek, t-shirt, sokken en gympen aan. Kort ging hij met de handdoek door zijn haar heen, waarna hij zijn tas met handdoek beed pakte en het meer achter zich liet. Mort verdween tussen de bomen, hij bleef lopen totdat hij een bij een pad kwam en daar zijn weg naar huis liep. Maar eenmaal na een stukje lopen, hielden naderende voetstappen hem tegen. En Mort haatte het om vanachter te worden gevolgd, hij haatte wel meer dingen, en dit was daar zeker 1 van. Mort gromde en draaide zich om 'Zoek je problemen?' Gromde hij tussen zijn lippen door, Mort maakte zich groot en probeerde aggresief over te komen. Hij bleef de naderende schim afwachtend aanstaren.